't was een lieve stille wereld
Frans halsema
Het was een lieve stille wereld
Dat kleine landje aan de zee
Het was een boek van honderd liedjes
En wie nog zingen kon zong mee
Het ruisde, schitterde en klepte
Vol van hojo en lieve lust
En het riep van louter vreugd victorie
Om malse wei en smalle kust
Het was een land van ferme jongens
Met koele vuist en rappe hand
Die steeds hun beste krachten wijdden
Aan koningin en vaderland
Het is verdwenen in de verte
Met angelus en avondrood
En met m'n wagen volgeladen
En het is bijna, bijna dood
Hoe zachtkens gleed daar in ons bootje
Hoe zuiver klonk het hoorngeschal
Hoe eenzaam dwaalde er de herder
In 't groene dal, in 't stille dal
Daar was het goed om in te leven
Daar kwam geen vijand ons te na
Daar lag een kussentje van varen
In ieder bosch met s c h
Daar landden scheepjes in de haven
En iedere jongen wilde mee
En Hollands vlag dat was hun glorie
Aan verre kust en smalle ree
Dat was het land van melk en boter
Van fier maar klein en daden groot
Dat Holland wilden we altijd houden
En het is bijna, bijna dood
Het was een lieve stille wereld
Dat kleine landje aan de zee
Waarin de hoorn des herders schalde
En het karretje op de zandweg ree'
Het was het land der vaderen zonen
En 't volkje dat z'n erfdeel was
Van zessen klaar en welgeschapen
Trokken d'rop uit met flinke pas
Want het had Neerlands bloed in d'aderen
En wij, wij werden vast niet moe
En zelfs de koning van Hispanje
Kwam aan die dierb'ren grond niet toe
Het is verdwenen in de verte
Met koetje stoeit en zilvervloot
Verdwenen achter gindse heuvel
En het is bijna, bijna dood
Dat kleine landje aan de zee
Het was een boek van honderd liedjes
En wie nog zingen kon zong mee
Het ruisde, schitterde en klepte
Vol van hojo en lieve lust
En het riep van louter vreugd victorie
Om malse wei en smalle kust
Het was een land van ferme jongens
Met koele vuist en rappe hand
Die steeds hun beste krachten wijdden
Aan koningin en vaderland
Het is verdwenen in de verte
Met angelus en avondrood
En met m'n wagen volgeladen
En het is bijna, bijna dood
Hoe zachtkens gleed daar in ons bootje
Hoe zuiver klonk het hoorngeschal
Hoe eenzaam dwaalde er de herder
In 't groene dal, in 't stille dal
Daar was het goed om in te leven
Daar kwam geen vijand ons te na
Daar lag een kussentje van varen
In ieder bosch met s c h
Daar landden scheepjes in de haven
En iedere jongen wilde mee
En Hollands vlag dat was hun glorie
Aan verre kust en smalle ree
Dat was het land van melk en boter
Van fier maar klein en daden groot
Dat Holland wilden we altijd houden
En het is bijna, bijna dood
Het was een lieve stille wereld
Dat kleine landje aan de zee
Waarin de hoorn des herders schalde
En het karretje op de zandweg ree'
Het was het land der vaderen zonen
En 't volkje dat z'n erfdeel was
Van zessen klaar en welgeschapen
Trokken d'rop uit met flinke pas
Want het had Neerlands bloed in d'aderen
En wij, wij werden vast niet moe
En zelfs de koning van Hispanje
Kwam aan die dierb'ren grond niet toe
Het is verdwenen in de verte
Met koetje stoeit en zilvervloot
Verdwenen achter gindse heuvel
En het is bijna, bijna dood
Encontrou algum erro na letra? Por favor envie uma correção clicando aqui!
Mais ouvidas de Frans halsema
ver todas as músicas- Elke Avond Als De Beeldbuis Is Gedoofd
- Droevig Liedje
- Miriam
- Wie Ben Je Dan Wel
- De Duitse Herder
- Roept U Maar
- De Hanzesteden
- Kees
- Voorbij, 't Is Haast Voorbij
- Mijn Oom Frans
- Alle Mannen Willen Altijd Hetzelfde
- Moeder Alcohol
- Als Ik Bel
- Zeg Jules
- Heeft U Dat Ook?
- Zomergeuren
- Bankenbos
- Mooie Dealerdag
- Brief Van Een Zoon Die In De Nor Zit
- Nooit Een Acht