De elfstedentocht
Herman finkersSteeds als er vorst is denkt de Fries: vorst
En controleert het water op de dikte van de korst
Koorts in elf steden, kan de tocht gereden
Het antwoord komt vanzelf, van de raad van elf
De elfstedentocht, zo verknocht, aan Berenburg,
Berenburg
Opa Nauta heeft de tocht ooit eens gemaakt
In alleen een onderbroek en verder poedelnaakt
Ik ben speciaal vertrokken, kleumde hij, want ik ben
al oud
In een lange onderbroek en nog heb ik het koud
De elfstedentocht, in de bocht, met Berenburg,
Berenburg
Tjibbe, Sjoerd en Wibbe die zouden het wel rooien
Tjibbe, Sjoerd en Wibbe die zaten mooi te klooien
Zijn in een wak gereden, volledig overleden
Zo heb je 't over Friezen, zo heb je 't over dooien
De elfstedentocht, door de bocht, met Berenburg,
Berenburg
Over dooi gesproken: in wereldoorlog twee
Werd hij vaak gereden, het weer zat vreselijk mee
Een koude oorlog, dat is waar, drie schaatsers vroren
dood
Was toen niet zo een bezwaar: het ging van de grote
hoop
De elfstedentocht, wat een bocht, is Berenburg, is
Berenburg