Vroeger nooit bleker
Jan de wilde
Ja, m'n lijf ligt daar stokdood,
de verslagenheid is groot,
m'n geest hangt besluiteloos te zweven,
toch kan hij alles horen, m'n ziel kan alles zien,
al kwam ik dan zo-even om het leven.
Mijn vriend de humorist
staat bij de open kist
en zegt: "Ik zag 'm vroeger nooit bleker,
ik heb 'm nochtans zo gewaarschuwd en hij heeft alweer
te lang in de maan gelegen, zeker ?"
de verslagenheid is groot,
m'n geest hangt besluiteloos te zweven,
toch kan hij alles horen, m'n ziel kan alles zien,
al kwam ik dan zo-even om het leven.
Mijn vriend de humorist
staat bij de open kist
en zegt: "Ik zag 'm vroeger nooit bleker,
ik heb 'm nochtans zo gewaarschuwd en hij heeft alweer
te lang in de maan gelegen, zeker ?"
Ik word wat afgeslankt
in de organenbank.
Kan ik me toch uiteindelijk nuttig maken ?
Helaas, mijn lever is verzopen, mijn nieren zijn versteend
en 't zien van m'n longen doet zelfs chirurgen braken.
Maar één dokter doet zijn plicht:
hij naait de boel weer dicht
en nu pas dringt de vraag tot m'n ziel door:
Hoe moet dat op de Laatste Dag met de opstanding van 't vlees,
zal Jezus nog wel wet wàt bij wie hoort ?
Tot mijn groot jolijt
word ik begeleid
door d'Aaigemse fanfare "Nieuw Leven",
dat is dus een première en dernière tegelijk
en 't kost m'n weduwe 'n vat of zeven.
Mijn vriend de gitarist
drinkt wat te rap trappist,
de humorist is alweer grappen aan 't vertellen
en ik ga maar eens kjken, richting noordzuidoostwest,
bel mij niet, ik zal jùllie bellen !
Encontrou algum erro na letra? Por favor envie uma correção clicando aqui!