Dement
Leeuw de paulOma staart naar buiten, lijdzaam en gelaten
Een aangevreten standbeeld, getergd door ouderdom
Dat hardop in zichzelf staat te praten
Als in een poppenkraam staat zij daar voor het raam
Ik heb moeite om mijn tranen te bedwingen
Ik zwaai nog even vlug maar het oudje zwaait niet terug
Het lijkt wel of ze zachtjes staat te zingen
Oma waarom liet je mij in de steek
Heb je mij geestelijk verlaten
Je ogen zo flets en je haren zo bleek
Ik zou nog zo graag met je praten
Opa was jouw alles en toen hij was dood gegaan
Zat je urenlang stil voor je uit te staren
Je maakte niets meer schoon
Je vervuilde langzaam aan
En je sprak verward over je kinderjaren
Soms liep je 's avonds laat
Met de poppen over straat
Die jij nog uit je kindertijd bewaard had
En ik weer nog van die keer
Oh je wist volstrekt niks meer
Dat je een hele nacht bloot voor de koude haard zat
Oma waarom liet je mij in de steek
Heb je mij geestelijk verlaten
Je ogen zo flets, je haren zo bleek
Ik zou nog zo graag met je praten
Vorig jaar december zei je
Jij weet toch als ik later groot ben ik dan ga studeren
En heel misschien verhuizen we dan naar de grote stad
En vraag ik aan papa om nieuwe kleren
Ach je had het al verwacht
Toen ben je weggebracht
Daaraan bleek eenvoud weg niet te ontkomen
En soms als je helder bent
Dan vraag jij me lieve vent
Waarom heeft de heer mij nog niet weggenomen