Na het sluiten der societeiten
Eduard jacobs't Was 'n man die zelden hier kwam
't Was juist zowat kwart voor enen
Naar 't hotel wou hij niet henen
Geld had hij 'n hoop al verterrd
Toch zich niet 't minst geamuseerd
Hij had dikwijls horen praten
Dat in de Pijp veel vrouwen zaten
"Kom", dacht hij, " 'k heb nog geen slaap
Daar ga 'k es heen, maar ik neem 'n aap!"
Hij sprak tot de koetsier:
"Zeg vriend, zeg hoor eens hier
'k Verveel me hier voor zes
Weet gij nou geen adres?"
"Welzeker wel meheer
Ik weet er nog wel meer
De Prins is, g'loof me vrij
Bekend in buurt YY
In buurt YY"
Prins lei toen z'n zweep 'r maar op
En z'n schimmel liep in galop
Door Kalver- en door Vijzelstraten
Tot men de Pijp kreeg in de gaten
't Eerste ging men aan bij Henneveld
Daar werd door de Prins aangescheld
Maar hoe of-ie ook bleef praten
Z'n klant werd toch niet toegelaten
De dames, zei men, hadden belet
Tot zelfs de dienstmeid was bezet!
En voort ging het maar weer
Bij Vlaamse Jet dit keer
Maar voor de Prins en zijn hip
Bleef toch de deur op de knip
Want ook daar zat 't vol
Dat was toch al te dol
Prins zei: "Dan gaan we maar zien
Aan 't park, bij Rooie Lien
Bij Rooie Lien..."
Maar gekomen daar voor de deur
Kreeg de Prins verdomd haast 'n kleur
De rijtuigen stonden daar en file
Men trapte elkander op de hielen
Prins, die liep het stoepje eens op
Maar hij riep: "Wat zit 't daar prop!
Geile Mie en Josephine
Zijn daar druk aan 't bedienen
De rest zit twee aan twee op 'n stoel
Wat is 't daar toch 'n lollige boel!
Nee, heus meneer, u ziet
Vanavond gaat 't niet
Maar dan 'n volgende keer
Gaat u dan hier eens weer
Want ik, ik houd steeds vol
Bij Lien is altijd lol
Maar nu breng ik u snel
Hiernaast bij Blonde Nel!
Bij Blonde Nel!"
Prins nam vlug de schelknop weer beet
Raadt eens wie de deur open deed?
't Was de dikke Duitse Grete
Ze was juist paling aan 't eten
Ze zei: "O Prins, 't spijt mij voor jou
Aber da ist nicht een leege vrouw
Allen sitzen ze mit heren
Die 'n hoop van geld verteren
Ik zelf was heut' over de grenzen gezet
En vanavond was ik mit drie al te bed
'k Wacht nou nommer vier
Die komt zo daad'lijk hier
Ik wed dat jij 'm kan
Das ist die lange Jan
Aber Prins, wann je 'm ziet
Praat dan daarover niet
Want hou je niet je smoel
Dan vind ik flauwer kul
Ja flauwer kul!"
Prins heeft toen z'n klant in die nacht
Bij twintig dames nog wel gebracht
Bij Dina en bij Zwarte Lize
Bij Theda en bij moeder Gieze
Maar waar-ie stil hield met z'n knol
't Antwoord was steeds: " 't Is hier vol"
Z'n schimmel liep driekwart te slapen
Z'n klant zat in de koets te gapen
Ten einde raad zei hij ook: "Meheer!
't Spijt me, maar 'k weet er niet meer
Maar als u koffie lust
Zeg 't me dan gerust
Dan rij 'k u even hard
Hier naar de nieuwe mart'
Dat men de sozen sloot
Bevordert in 't groot
De hoerenloperij
In stad en buurt YY
In buurt YY
Mais ouvidas de Eduard jacobs
ver todas as músicas- Het Oude Liedje
- Dat arme zwijn!
- Beschaafd, welopgevoed oftewel ge-ci-vi-li-seerd
- Dominees Preek
- Wat Kind'ren Vragen
- Cherchez la femme
- 'n Sjouwermans idylle
- Een Reisavontuurtje
- De Lorelei van buurt YY
- De Arabieren!
- Brief van een kamerverhuurster uit buurt YY
- Brief van een koloniaal aan zijn moeder
- Brief van een trouwlustige juffrouw
- Verlof En Vergunning
- Ballade aan de Pijp
- Chantage
- De concubine
- Het Vlees
- De Roemah Japanie!
- De filosofische ekster