Werkmanskind
Eduard jacobsIn 'n achterbuurt
Om met de kinderen te spelen
Op straat gestuurd
Daar kende elk haar blonde lokken
En lief gelaat
En d'r Venus-ingescheurde rokken
Vlees voor de straat
De school werd voor 'n fabriek verlaten
Een droef spelonk
Die daalder weeks moest moeder baten
Wijl vader dronk
Zo werd ze lokaas voor de bazen
En voor hun zoons
Die als een raaf op duiven azen
Vlees voor patroons
Met zestien jaren alreeds zwanger
Een maand of vijf
Verbergen kon ze 't moeilijk langer
Dus: naar een wijf
Die voor een paar pop medicijnen
En redding bracht
Door 't foetus stil te doen verdwijnen
Vlees voor de gracht
Zo kwam ze weldra in het leven
Van vreugd en schand'
Het werken heeft ze prijsgegeven
Ze lanterfant
Eerst wilde zij zich niet verkopen
Dat vond ze vuil
Tenslotte bleef maar een weg open
Vlees voor 'De Kuil'
Met veertig jaar alreeds versleten
Door 'n vieze kwaal
Werd z'ergens op een bed gesmeten
In 'n hospitaal
Het vege lijf werd na het sterven
Nog voorgezet
Aan de studenten om te kerven
Vlees voor 't lancet
O Gij, die haar het eerste kende
Uw schuld is groot!
Gij waart de oorzaak dier ellende
En van haar dood
Gij die de Vrouw slechts ziet met ogen
Belust op spel
Ik noem U, zonder mededogen
Vlees voor de hel
Mais ouvidas de Eduard jacobs
ver todas as músicas- Het Oude Liedje
- Dat arme zwijn!
- Beschaafd, welopgevoed oftewel ge-ci-vi-li-seerd
- Dominees Preek
- Wat Kind'ren Vragen
- Cherchez la femme
- 'n Sjouwermans idylle
- Een Reisavontuurtje
- De Lorelei van buurt YY
- De Arabieren!
- Brief van een kamerverhuurster uit buurt YY
- Brief van een koloniaal aan zijn moeder
- Brief van een trouwlustige juffrouw
- Verlof En Vergunning
- Ballade aan de Pijp
- Chantage
- De concubine
- Het Vlees
- De Roemah Japanie!
- De filosofische ekster