De wind
LureleiDe mensen zijn altijd alleen
De woorden zijn leeg die ze praten
Hun ogen zijn kouder dan steen
Er zijn zoveel mensen die haten
Er is haast geen hart dat bemint
De mensen zijn altijd verlaten
En over de stad waait de wind
De wind
O, de wind is altijd prijs
O, de wind is altijd prijs
De wind in Amsterdam en in Parijs
O, de wind is wel eens zwart
Maar de wind is meestal grijs
De wind, de wind is meestal grijs
O, de wind met windkracht zeven
En de wind met windkracht drie
De wind is altijd vol van broze sfeer en poezie
De wind die is een wonder want hij doet het steeds nog best
In een dichterlijk chanson, maar ook in folksong en protest
Er zijn zoveel rijke bejaarden
Al zijn ze straatarm welbeschouwd
Ze tellen met trillende baarden
Hun smerige zilver en goud
Maar ook zijn er jonge soldaten
Voor wie pas het leven begint
Ze sterven gedwee en gelaten
En over hun graf waait de wind
De wind
O, de wind heeft het gedaan
O, de wind heeft het gedaan
De wind in Wormerveer en in Milaan
O, de wind, m'n lieve kind
O, de wind, m'n lieve vrind
De wind, de wind heeft 't gedaan
Als je niets hebt te vertellen
En niets anders meer verzint
Is er altijd nog de regen
Maar vooral toch nog de wind
O, hoor wat ik zeg
O, hoor wat ik zing
De wind is het kind van de rekening
De wind heeft een vrouw en drie neven
De wind heeft een man en een broer
Dat staat in de liedjes geschreven
Van menig chanson troubadour
Ik zou wel eens graag willen weten
Voordat het refrein weer begint
Waarom zijn er zoveel poeten
The answer is blowing in the wind
The wind
O, de wind die is je dit
O, de wind die is je dat
De wind over de velden en de stad
O, de wind is wel eens droog
Maar de wind is meestal nat
De wind, de wind is meestal nat
Langs de huizen, langs de bomen, langs het grind
Een natte wind, een natte wind, een natte wind