En hij, m'n vade
Willem nijholtDe deurwaarder waarde haast dagelijks rond onze deur
Familie en vrieden begonnen hun plicht te verzaken
Bezorgd als ze waren om eigen kleinburg'lijke sleur
Ons huis rook alleen nog naar armoe en uitzichtloos wachten
Naar doffe gelatenheid en naar 't afwezige geld
De staatsloterij zelfs ging boven m'n vader z'n krachten
En ik, ach, ik was nog geen tien, dus mij werd niets verteld
En hij, mijn vader
Zat bij z'n lege kas
En hij, mijn eigen vader
Ver weg, te diep gezonken in 't moeras
Op zekere dag werd ik wakker van vreemde geluiden
't Geknerp van een vrachtwagen op 't grind voor onze deur
En wildvreemde stemmen, ik wist niet wat dat moest beduiden
Ik sprong op en zag mannen sjouwen met ons interieur
Ik zag mijn piano verdwijnen en ook al mijn boeken
En zelfs vaders leunstoel, waarin ik soms heimelijk sliep
Ik keek en ik keek en ik wist niet waar ik het moest zoeken
Besefte maar vaag dat mijn jeugd hier op een zandbank liep
En hij, mijn vader
Keek glazig, bijna dom
Hij was m'n eigen vader
Maar ik besefte nauwelijks waarom
Vandaag, nu ik weet heb van geld, nu ik weet heb van schulden
Van veel en van weinig, van onmacht en van overmacht
Van duizend, van honderd en zelfs van een schamele gulden
Nu schaam ik me voor wat ik toen op die dag heb gedacht
Ik vond jou een lafaard, ik vond dat jij had moeten knokken
Dat kan als je twintig bent, dan speel je heel graag voor held
Maar wie op z'n vijftigste zitten blijft met alle brokken
Die weet dat een man zonder geld in dit leven niet telt
Dus jij, mijn vader
Ik weet het is nu veel te laat
En toch, mijn vader
Vergeef me, dat ik jou toen heb gehaat