Nog maar houden van
Zeedijkde zon schijnt in hun hart
weliswaar winter maar ze smelten
twee mensen een liefdespaar
ze hebben nog niet in de gaten
geen van hen die het einde ziet
ze zijn nog tot over de oren
en ze weten het nog niet
Dat het anders wordt
Dat het anders wordt
Dat het niet altijd zo blijven kan
Dat het minder wordt
Dat het minder wordt
Nog maar even
Dan alleen nog
Houden van
Thuisgekomen nog steeds samen
zij in de douche hij kookt
Hij steekt kaarsjes aan op de tafel
Met een handdoek wrijft zij zich droog
Hij doet het voor haar zij doet het voor hem
Hij vraagt ben je al bijna klaar
En zij antwoordt met haar liefste stem
en gelukkig wist ze maar
Dat het anders wordt
Dat het anders wordt
Dat het niet altijd zo blijven kan
Dat het minder wordt
Dat het minder wordt
Nog maar even
Dan alleen nog maar
Houden van
Ik heb mezelf ooit zo zien lopen
Ik heb zo in de keuken gestaan
We hadden de tijd van ons leven
we dachten dat die nooit over zou gaan
We hadden nog niet in de gaten
geen van ons die het einde zag
we waren nog tot over de oren
maar weten nu er komt een dag
Dat het anders wordt
Dat het anders wordt
Dat het niet altijd zo blijven kan
Dat het minder wordt
Dat het minder wordt
Nog even nog even
Dan alleen nog maar
Houden van