Herodes
De vagantenmijn hart is moe en haast blind van kleur.
Ik sta op de lijsten van Herodes,
zijn landsknechten dwalen om mijn deur.
Ik schenk je mijn huis dat aren groot is,
geef mij een bos en in 't bos een hut.
Ik sta op de lijsten van Herodes,
geef mij een hut dat ik er dut.
Herodes, Herodes, Herodes,
Herodes gaat op mensenjacht.
En wie op de lijst staat van Herodes,
naast hen schrijft de klerk eerst als hij dood is.
Of dit het gerammel van een goot is,
ik kijk naar de kind'ren, die horen niets.
In hen hangt de vrees niet voor Herodes,
zij schrijven de Sint om een nieuwe fiets.
Zij weten niet wat een despoot is,
niets van wapens en mensenklem.
Ik sta op de lijsten van Herodes,
zij zingen maar van Bethlehem.
Herodes, Herodes, Herodes,
Herodes gaat op mensenjacht.
En wie op de lijst staat van Herodes,
naast hen schrijft de klerk eerst als hij dood is.
De kinderen weten niet wat nood is,
wordt het geen fiets dan misschien een koek.
Daarbuiten zoekt en jaagt Herodes,
zij lezen uit een sprookjesboek.
Ik vraag aan mijn vrouw of er nog brood is,
ze knikt en waakt weer en ik dut.
Ik sta op de lijsten van Herodes.
Laat me mijn bos en in 't bos mijn hut.
Herodes, Herodes, Herodes,
Herodes gaat op mensenjacht.
En wie op de lijst staat van Herodes,
naast hen schrijft de klerk eerst als hij dood is.
Muziek: De Vaganten
Tekst: Bert Broes