Bejaard
Frank van pamelenje wel. Die vroeger rondvloog in van die vliegende sigaren, en in van die half
weggeroeste kisten. Hij heeft nog wel zo'n klein half weggeroest kistje. En daar
zitten ook nog wel sigaren in. En af en toe loopt hij nog wel eens door zijn
kamertje, en dan probeert-ie van die rookletters achter zich te maken. Zo van:
"Ik wil graag de groeten doen... Aan verder iedereen die ik vergeten ben..."
Nee, het gaat niet goed met hem. Hij is bang dat-ie alles weer kwijt raakt. Alles
wat-ie in de loop der jaren uit z'n hoofd had geleerd. Al z'n getalletjes. Dus toen
heeft-ie een stuk papier gepakt, en toen heeft-ie alles opgeschreven. Jaartallen,
telefoonnummers, sneeuwhoogtes, afstandstabellen, soortelijke gewichten, noem
maar op. Alles heeft-ie opgeschreven, dichtgevouwen en in een kluis gestopt. Maar
ja, nu is-ie het nummer van het cijferslot vergeten...
Hij zit nu in zo'n tehuis voor ex-vliegeniers. 'De laatste kist' heet het, geloof ik.
Zo'n hoog stenen gebouw, overal van dat verantwoorde houten meubilair, oranje
katoenen zonneschermen voor de ramen, elke maandag vertellen hoe enig het
zondagse bezoekje van je kleinkind is geweest. Van die klotekleinkinderen, die
opa volstoppen met sigaren. Zogenaamd omdat een echte opa naar sigaar hoort
te ruiken, maar eigenlijk omdat er bij opa de laatste tijd een bijzonder hoopgevend
gepiep uit zijn longen komt, en met sigaren omzeil je weer allerlei ingewikkelde
euthanasieproblemen. En opa maar rochelen. Om de haverklap moet er weer
eentje aan het infuus, of aan het beademingsapparaat, of aan van die andere
slangen. Joh, die ziekenzaal van zo'n bejaardentehuis is vaak zo'n gigantisch
liveconcert van fluitende en piepende longen, dat ik wel eens denk: van mij mag
de hele boel unplugged!